Leviticus 7:1-10
BasisBijbel
Regels voor het eten van schuld-offers
7 De Heer zei tegen Mozes: "Dit zijn de wetten voor het schuld-offer. Het is heel erg heilig. 2 Het offerdier voor het schuld-offer moet geslacht worden op de plaats waar ook altijd het brand-offer geslacht wordt. Het bloed moet rondom tegen de zijkanten van het altaar geworpen worden. 3 Het vlees mag opgegeten worden, maar al het vet van het dier is voor Mij: de staart, het vet dat op de darmen zit, 4 de twee nieren met het vet dat daaraan zit en het vet rond de lever. 5 De priester moet dit vet op het altaar verbranden. Het is een schuld-offer. 6 Alle mannen uit de priesterfamilies mogen van het vlees eten, op een heilige plaats. Het is heel erg heilig. 7 Voor de schuld-offers geldt hetzelfde als voor de vergevings-offers: het vlees van het offerdier is voor de priester die het dier voor iemand heeft geslacht en geofferd. 8 Ook de huid mag hij hebben. 9 En ook elk meel-offer dat in de oven, in een pan of op een bakplaat is gebakken, is voor de priester die het offer brengt. 10 Elk meel-offer, met of zonder olijf-olie, is voor de priesters."
Read full chapter
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016