1 Koningen 12:26-30
BasisBijbel
26 Toen dacht Jerobeam bij zichzelf: 27 "De mensen zullen naar Jeruzalem gaan om offers te brengen in de tempel van de Heer. Dan zullen ze zich weer willen aansluiten bij koning Rehabeam van Juda. En mij zullen ze doden." 28 Daarom besloot Jerobeam twee gouden kalveren te laten maken. Tegen het volk zei hij: "Het is veel te ver voor jullie om helemaal naar Jeruzalem te gaan. Israëlieten, kijk, dit zijn de goden door wie jullie uit Egypte zijn bevrijd." 29 Hij zette het ene kalf neer in Bet-El en het andere in Dan. 30 Vanuit het hele land kwamen de mensen naar de beelden om offers te brengen. Door deze beelden werd het volk ongehoorzaam aan de Heer.
Read full chapter
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016